donderdag 3 mei 2012
Want alles is fragment
Ons leven bestaat nogal eens uit het zoeken naar- en uitspreken van het juiste woord op de juiste plaats op het juiste moment. Zelf ervaar ik dat ook. Privé maar zeker ook in mijn werk. In mijn werk komt daar nog wat anders bij. Ik word geacht het juiste woord niet alleen met geluid op te roepen, maar ook met een gebaar zichtbaar te maken.
Echter, dagelijks worstel ik met een gevoel van onvermogen dat ene juiste woord te vinden en te uiten in klank of gebaar. Ik hoor en zie het mezelf vaak zeggen: 'Begrijp je wat ik bedoel?' Steeds loop ik tegen de uitdaging aan iets te willen of te moeten zeggen wat ik eigenlijk niet zeggen kan... iets vorm te geven in een door mij niet te vormen gebaar.
Vandaag las ik een mooi gedicht van Abel Herzberg. Ik besluit het nog vaak te lezen. Het geeft me lucht in wat ik elke dag aan woorden en gebaren met mijn omgeving deel.
Want alles is fragment
Al door het zeggen van het woord
deelt men, scheidt men en schendt
het alomvattende, dat men niet kent,
dat ik aanwezig weet, of alleen maar vermoed,
dat ik niet uitspreken kan en toch uitspreken moet,
dat mij beheerst, dat mij te luisteren gebiedt,
maar als ik zoek en luister, dan vind ik het niet.
Eén troost blijft:
er is in ieder woord een woord,
dat tot het onuitspreekbare behoort;
Er is in ieder deel een deel
van het ondeelbare geheel,
gelijk in elke kus, hoe kort,
het hele leven meegegeven wordt.
Abel Herzberg, 'Drie rode rozen', Querido, Amsterdam 1978
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Beste Frans,
Ja, alles is fragment.
Dat wat geen deel uitmaakt van alles wat fragment is, maar alles wat fragment is draagt en schraagt; die alles omvattende eenheid noemt Abel Herzberg ‘God’. Dit hoogst beladen drieletter woord is echter slechts één van vele - door de aan ruimte en tijd gebonden mensheid - bedachte taalconcepties welke voor allen die zich daaraan, vol van verlangen, trachten te conformeren dikwijls het summum is van de hoogst mogelijke te bereiken volheid. Wij zijn persoonlijkheidsmensen, met andere woorden wij zijn afgescheiden fracties te midden van een totalitaire verdeeldheid en alles wat wij voortbrengen vanuit onze particuliere scheppingsmogelijkheden is daardoor eveneens fragmentarisch, verscheurd en disharmonieus. Elk fragment, hoe mooi of hoe lelijk ook, maakt deel uit van het dragend geheel, maar geen enkel metameer kent de waarheid met betrekking tot de Ene eenheid.
Wat we ook doen om de eenheid te ervaren, we zijn en blijven verdeelde fragmenten. We zijn niet in staat het Ene, het alle fragmenten omvattende, te beleven. Waarom willen en kunnen we niet begrijpen dat we gefragmenteerd zijn en dat juist dat de ware reden is waarom we tevreden blijven hunkeren naar een geïdealiseerd concept dat we God noemen. We willen meer, we willen feitelijk alles en daarom willen we, coûte que coûte, het onmogelijke realiseren. We willen, moeten en zullen, tegen beter weten in, de eenheid met alles en allen beleven en als we dat onverhoopt zelf niet kunnen dan is er wel een omnipotent alles overstralend wezen - een almachtige God - die het voor ons mogelijk maakt door geloof. De ware reden is onvrede. We niet tevreden zijn met ons zelf als een fragment te midden van fragmenten. Het is die onverdraaglijke realiteit van de versnippering binnen de tijdruimte die we niet kunnen accepteren en daarom blijven we bidden voor en streven naar de hopeloos verdeelde eenheid die ons deel is en blijft, totdat we uiteindelijk op het psychologisch afgebakend juist moment worden aangeraakt door een verlicht fragment dat ons duidelijk bewust maakt van het onomstotelijke feit dat alles, maar dan ook alles, een fragment is van de Eenheid.
Henk Geerlings
☆
Een reactie posten