Na het schoolreisje van de 5e klas van mijn lagere school in Zeist was ik er niet meer geweest. Maar vandaag mocht en kon ik er weer naar toe: het Openluchtmuseum in Arnhem. We ('de regionale commissie voor het pastoraat aan doven in Ede-Arnhem' en ik) hadden het uitgezocht als locatie voor de jaarlijkse regionale contactdag.

Naar binnen ging nog. En de koffie met appeltaart was heerlijk. Maar toen verdwaalden we al snel in het bos. Geen oude bakkerij, smederij of oud-hollandse snoepjeswinkel te zien. Wel een prachtige clematis, maar die was van nu. Een paar boswachters wisten te vertellen dat we -als we zo doorliepen- in Planken Wambuis terecht zouden komen, maar dan wel morgenochtend. Na dit getolkt te hebben als Houten Trui vonden niet allen maar gelukkig wel enkelen dat een goeie grap!
Nadat de groep uiteindelijk dit te steile bruggetje had genomen kwamen we dan toch waar we wezen moesten: bij oude boerderijen, landgoederen molens en winkeltjes, beelden en boten, weefgetouwen en hoefijzers, snoep en poffertjes, oude auto's, trams en treinen ... je kon het zo gek niet bedenken of het was er wel. Een feest van herkenning voor veel doven!

Een mevrouw was helemaal opgetogen over de geur van het leer in de zadelmakerij. Haar man had vroeger ook dit beroep uitgeoefend en veel uit haar leven kwam weer boven. Alleen haar reactie al maakte de dag de moeite waard.
Via de molens en het dorpspleintje zijn we met een heuse antieke tram weer richting uitgang gegaan. Daar nog een lekker kopje soep en boterhammen gegeten. En toen weer snel naar huis. Want het landelijk missionair team zou bij ons komen eten. Jitske had lekkere nasi gemaakt. Uiteindelijk is het toch altijd: Oost west thuis best!